IJplein-West, gezien vanaf de zuid-oever van het IJ | Bernard Leupen



Aanvraag Beschermd Stadsgezicht

- 1 juli 2019




De hedendaagse beschouwer van het IJplein heeft een perspectief op de wijk vanaf een punt dat Rem Koolhaas - tegenwoordig architect van wereldallure wiens bouwcarrière begon met juist dit project op de noordelijke IJ-oever van Amsterdam - niet had kunnen voorzien op het moment dat hij de plannen voor de wijk tekende: het nieuwe busplatform dat recentelijk aan de zuidelijke IJ-oever is verrezen achter het Centraal Station. Kijkend vanaf het verhoogde platform heb je een formidabel zicht op het IJplein: tussen het weidse water en de open hemel geeft het horizontale ritme - in wit, roze en groen van afwisselend de urban villa’s, de strokenflats en het lover van de bomen - aan het westelijk deel van de wijk zijn onderscheidend aangezicht. In het oostelijke verschiet volgt, met eenzelfde uitgekiend ritme van bebouwing en open ruimte, de rest van de wijk. De hedendaagse beschouwer van het IJplein begrijpt, kijkend naar de overzijde, onmiddellijk de steeds hernieuwde verbazing die ruim dertig jaar geleden, vlak na oplevering, een destijds toonaangevende architectuurcriticus aanzette tot zijn lyrische waardering: zie het eerste citaat hierboven. Het tweede citaat hierboven, afkomstig uit de recente Cultuurhistorische Verkenning van de gemeente Amsterdam, bevestigt een generatie later diens oordeel: het IJplein is uniek.

maquette van het IJplein
Maquette van het IJplein | OMA

Uniek als het is, is het IJplein (althans, het westelijk deel daarvan) op dit moment tevens een zogenoemd deelgebied in de plannen voor stadsontwikkeling van de gemeente Amsterdam op de noordelijke IJ-oever, in het kader van de concept-nota Sixhaven en omgeving: er is verandering op komst. De combinatie van deze gegevens - de uniciteit van het IJplein en de op handen zijnde stadsvernieuwing - maken dat deze wijk absoluut de status behoeft van beschermd stadsgezicht. [ 1 ]

Het terrein waarvoor wij bij dezen de status van beschermd stadsgezicht aanvragen is aangegeven op de kaartjes in Appendix 2 bij dit pleidooi.
[ 1 ]


Om een voorbeeld te geven: een cruciaal aspect van Koolhaas’ ontwerp - de zichtlijnen van en naar beeldbepalende landmarks aan de centrumzijde van het IJ, zoals de Sint Nikolaaskerk en het Centraal Station - wordt mogelijk bedreigd: verdichting door middel van een groot gebouw in het IJ vóór het IJplein is een serieus scenario binnen de plannen voor ontwikkeling van de Noordoever. Daarmee zou niet alleen de visuele verbinding van het IJplein met het centrum ernstig worden aangetast, maar zou - omgekeerd - ook de toekomstige beschouwer vanaf de zuidelijke oever zijn onbelemmerde uitzicht verliezen op het unieke landmark dat het IJplein per slot van rekening zélf is. Welk perspectief je ook kiest - IJplein of centrum - een dergelijke ontwikkeling zou kwalijk zijn. Ook voor de alom gewaardeerde kwaliteit van het IJ: het weidse water wordt wéér minder weids. [ 2 ]

Aan de IJ-zijde van het Centraal Station zal (vermoedelijk per 2020) een deel van het IJ - met een oppervlakte van ca. 9000 m2 - worden gedempt voor de aanleg van een fietsenstalling met daar bovenop een plein aan het water.
[ 2 ]


Een ander voorbeeld dat de urgentie van bescherming van het IJplein aantoont: voor een deel van de wijk (de westelijke flat dichtbij de pontaanlanding) wordt, ondanks hevig protest van bewoners, in de plannen voor stadsontwikkeling zelfs sloop overwogen.

Om het IJplein zoveel mogelijk te behoeden voor al te drieste stadsvernieuwing behoeft het alle bescherming die het kan krijgen: de status van beschermd stadsgezicht is bepaald geen overbodige luxe. Dat de wijk voor deze beschermde status niet alleen in aanmerking komt, maar deze ook daadwerkelijk verdient, zullen we in het onderstaande aantonen.



Het IJplein: ‘testament’ van Jan Schaefer en stedenbouwkundige innovatief Gesamtkunstwerk

Het IJplein markeert een heel bijzonder moment in de stedenbouwkundige geschiedenis van Nederland en zeker van Amsterdam: het is het laatste stedenbouwkundige plan met 100% sociale woningbouw (als zodanig is het te beschouwen als het ‘testament’ van Jan Schaefer: zonder zijn intensieve bemoeienis zou de wijk er in zijn huidige vorm nooit zijn gekomen) en tegelijkertijd introduceerde het een nieuwe wijze van stedenbouw, een wijze die vervolgens landelijk veel navolging heeft gekregen. Uniek is hoe dan ook de opzet van het plan als Gesamtkunstwerk: een zorgvuldig vervlochten samenspel van bebouwing, open ruimte, groenaanleg, kleurgebruik en kunst. Na een korte schets van de - op zichzelf al opmerkelijke - ontstaansgeschiedenis van de wijk (ca. 1982-1987) gaan wij over tot een beschrijving van de aspecten van het IJplein als stedenbouwkundig innovatief Gesamtkunstwerk.

Ontstaansgeschiedenis


foto van een inspraakkantoor in 1983 waar architect Rem Koolhaas uitleg geeft aan toenmalig Burgermeester Ed van Thijn
Het IJplein als monument voor burgerparticipatie en empowerment: Burgemeester Ed van Thijn, op werkbezoek bij het inspraakkantoor, krijgt uitleg van Rem Koolhaas (1983) | Beeldarchief Gemeente Amsterdam

De arbeidershistorie, en daarmee de ziel van Noord, op het terrein van het latere IJplein vindt zijn continuïteit in de overgang van scheepswerf - de Amsterdamse Droogdokmaatschappij (ADM), door gedwongen fusie met de failliete NSDM in 1978 verplaatst naar het westelijk havengebied - naar sociale woningbouw: de ondernemingsraad van de ADM wilde de bedrijfsgrond slechts verkopen mits het verlies aan werkgelegenheid zou worden gecompenseerd door het creëren van goede woningen met betaalbare huren op dezelfde plek. De gemeente, als kopende partij, stemde hiermee in. Bijzonder is dus de historische continuïteit en het feit dat het terrein - ondanks de fraaie locatie aan het IJ - niet is ontwikkeld tot duur woongebied voor de happy few. [ 3 ]
De typische identiteit van dit stukje Amsterdam is veranderd, maar in de kern behouden gebleven.

[ 3 ] Zie ook Van Gerrewey 2018



Het eerste ontwerp voor een wijk werd geleverd door de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) van de gemeente in de vorm meanderblokken en portieketagewoningen, een voor die tijd standaardoplossing. Een dergelijk plan zou echter het vrije zicht op het IJ hebben geblokkeerd. De toekomstige bewoners van het terrein en de bewoners van de Vogelbuurt eisten daarop dat in het stedenbouwkundig ontwerp recht werd gedaan aan de bijzondere ligging van het plangebied aan het water, kortom, dat de zichtlijnen richting IJ en overzijde zouden worden gewaarborgd. Het gevolg was een strijd tussen de DRO - die vasthield aan het eigen plan - en de bewoners, die steun kregen van wethouder Jan Schaefer, een fenomeen wiens betekenis voor Amsterdam geen toelichting behoeft. Schaefer trok Rem Koolhaas aan als ‘conditionerend architect’ met de taak om de verschillende stedenbouwkundige opvattingen te verenigen in een definitief ontwerp. Koolhaas trok echter de regie geheel naar zich toe en ontwikkelde met zijn bureau OMA een baanbrekend ontwerp voor een woonwijk. Het IJplein werd het eerste uitgevoerde project van diens carrière.

Opmerkelijk in de ontstaansgeschiedenis van het stedenbouwkundig ontwerp voor het IJplein was de wijze waarop de bewoners bij het ontwerpproces werden betrokken. Dat steeds mondiger bewoners inspraak eisten in gemeentelijke plannen die een grote stempel zouden drukken op hun woonomgeving gebeurde in die periode wel vaker, maar in dit geval deed zich iets unieks voor: door de bewoners kennis van moderne stedenbouw en woningbouwarchitectuur aan te reiken werden zij in het participatietraject waardige gesprekspartners van de professionals: “Van het begin af aan hebben we grote hoeveelheden stedenbouwkundig materiaal laten zien, zodat we met deze amateurs-in-de-goede-zin-van-het-woord op niveau konden praten over de onderwerpen die we wilden”, aldus Koolhaas. [ 4 ]

Tineke Reijnders, ‘We hebben systematisch geweigerd de bewoners te onderschatten. Rem Koolhaas, ‘conditionerend architect’’, De Groene Amsterdammer, 27 oktober 1982, p. 15. Het inspraakproces is in detail beschreven in de publicatie IJplein dankzij / ondanks inspraak (W. Looise 1987) van de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting.
[ 4 ]

Koolhaas ontwikkelde speciaal voor de bewonersparticipatie inzake het IJplein een nieuwe methode die niet alleen de bewoners hielp bij het visualiseren van de stedenbouwkundige mogelijkheden, maar net zozeer voor hemzelf en zijn medewerkers van grote waarde bleek in het ontwerpproces: door middel van tekeningen plakte hij een dertigtal al dan niet uitgevoerde voorbeeldplannen uit de recente geschiedenis van nationale en internationale architectuur en stedenbouw letterlijk op het plangebied, waardoor voor bewoners in één oogopslag de consequenties zichtbaar werden van bijvoorbeeld de keuze tussen woontorens en laagbouw, de hoeveelheid open ruimte, de woningdichtheid, de circulatiepatronen, en andere architectonische en stedenbouwkundige factoren. [ 5 ]

[ 5 ] Zie Schrijver 2015.

Voor Koolhaas en zijn medewerkers was deze ontwerpmethodiek daarbij buitengewoon waardevol als manier om - al schuivend, combinerend en vergelijkend - op onbevangen wijze nieuwe ideeën te genereren en op bruikbaarheid te onderzoeken. De invloed van deze ontwerpmethode (in feite een vorm van ‘sampling’ avant la lettre die inmiddels bekend staat onder de naam planmontage) op de stedenbouw in Nederland - zowel in onderwijs als uitgevoerde praktijk - is nauwelijks te overschatten. [ 6 ]
De experimentele methodiek van planmontage vindt zijn oorsprong in het ontwerp voor het IJplein.

Bernard Leupen, voormalig universitair hoofddocent stedenbouw aan de TU Delft: “Vinexwijken lijken niet op het IJplein, maar zijn ontstaan door dezelfde ontwerpmethode. Ook Kattenbroek in Amersfoort. Dat soort plannen had nooit kunnen ontstaan zonder het IJplein” (mondelingen communicatie). De wijk Kattenbroek werd omstreeks 1990 - enkele jaren na de oplevering van het IJplein - gebouwd naar een ontwerp van Ashok Bhalotra (destijds werkzaam bij architectenbureau Kuiper Compagnons) en werd gekenmerkt door een geometrische compositie die vanuit de lucht gezien doet denken aan Kandinsky’s schilderijen uit de jaren twintig. De verwantschap met het neo-modernisme van het IJplein is evident. In het onderwijs is het IJplein studiemateriaal geweest aan bijvoorbeeld de Technische Universiteit Delft, zie het ‘integratiekollege’ van Bernard Leupen en Niek Bisscheroux (Leupen & Bisscheroux (eds) 1989).
[ 6 ]

Rem Koolhaas en OMA [ 7 ]

[ 7 ] Deze passage is (goeddeels woordelijk) gebaseerd op de gelijknamige passage in Aardse 2018:43.

Rem Koolhaas, medeoprichter (in 1975) van architectenbureau Office for Metropolitan Architecture (OMA), heeft inmiddels een wereldwijde reputatie opgebouwd als een van de meest toonaangevende architecten van het eind van de 20e en begin van de 21e eeuw. Met OMA ging hij vanaf het begin een belangrijke rol spelen in het internationale architectuur- en stedenbouwdebat. Zowel met hun (prijsvraag)ontwerpen als publicaties zette OMA zich op de kaart. Koolhaas’ boek Delirious New York (1978) vormde daarin een mijlpaal.


Koolhaas brak door als bouwende architect met de Kunsthal in Rotterdam (1992). Inmiddels heeft zijn bureau een omvangrijk wereldwijd oeuvre op zijn naam staan. Tot de recente spraakmakende ontwerpen behoren de CCTV-toren voor de tv-zenders van het Chinese staatsapparaat (Beijing, 2012) en de nationale bibliotheek van Qatar als spectaculaire groundscraper, een anti-icoon (Doha 2018). Ook hieruit blijkt de kenmerkende houding van Koolhaas/OMA om steeds te zoeken naar tegenovergestelde mogelijkheden, niet in dogma’s te vervallen en om altijd een onbevooroordeelde, open en onderzoekende houding aan te nemen.


In zijn ontwerp voor het IJplein - het eerste gerealiseerde bouwproject van zijn carrière - heeft Koolhaas voor het eerst concreet vorm gegeven aan deze onderzoekende houding in architectuur en stedenbouw. [ 8 ]

In de totstandkoming van het IJplein mag de naam van architect Jan Voorberg niet onvermeld blijven: ook Koolhaas zelf erkend diens fundamentele rol in het ontwerpen van de wijk (zie Leupen 1986). De invloed van Voorberg - helaas overleden vóór de voltooiing van het plan - komt in het bijzonder tot uiting in de genuanceerde afstemming van de groenvoorziening en de kleurstelling van de bebouwing (hierover meer in de beschrijving van de bijzondere stedenbouwkundige en architectonische aspecten
[ 8 ]

Het IJplein: neo-modernisme en innovatie van stedenbouw

In het ontwerp van het IJplein is enerzijds duidelijk de inspiratie te ontwaren van het modernisme in de architectuur aan het begin van de 20e eeuw; de wijk is daarmee een goede representant van het neo-modernisme. Maar aan de andere kant heeft Koolhaas’ OMA in het ontwerpproces breed geëxperimenteerd met nieuwe middelen om de plancompositie te bepalen. Voorbeelden van deze middelen zijn de zogenaamde zoning envelope (bouwenvelop), de cinematografische route door het plan, het inzetten van verschillende woningtypen als middel om afwisseling te bereiken in architectuur en de introductie in Nederland van de urban villa in samenspel met lange bouwblokken. [ 9 ]

[ 9 ] Deze compositorische elementen in het plan komen voort uit een typologische bewerking van het project Stadt ohne Höfe van Luckhart (1927).

Belangrijk is ook de toegepaste ontwerpmethodiek, de reeds genoemde planmontage. De invloed van het IJplein op de woningbouwchitectuur en stedenbouw in Nederland kan moeilijk worden onderschat; zonder enige overdrijving kan men stellen dat het IJplein een leerschool is geweest voor een hele generatie van architecten. [ 10 ]

[ 10 ] Bijvoorbeeld Kees Christiaanse (later KCAP), Xaveer de Geyter, Kingma en Roorda, Dobbelaar/De Kovel/Vroom (later DKV) en anderen begonnen als stagiair op het IJplein hun carrière.


Hieronder geven wij een puntsgewijze opsomming van de bijzondere, vaak innovatieve, stedenbouwkundige en/of architectonische aspecten van het IJplein:


  • Het IJplein vormt een breuk met de Nederlandse stedenbouwkundige traditie van stempelplannen en meanderblokken. Tot aan de bouw van het IJplein was de geijkte methode voor het ontwerpen van woonwijken het ‘doorstempelen’ van een vaste compositie van een beperkt aantal woningtypen, door spiegeling waarvan meanderblokken ontstonden. [ 11 ]
    Ook het plan dat de gemeentelijke DRO in eerste instantie had ontworpen voor het IJplein (zie ontstaansgeschiedenis) was een stempelplan. Met zijn ontwerp voor het westelijke deel van het IJplein introduceert OMA het ensemble van urban villa’s en lange bouwblokken, waarbij moet worden bedacht dat de urban villa op zichzelf al een in Nederland absoluut ongebruikelijk element was. Met name in dit deel komt het neo-modernistische karakter van het IJplein tot uiting.
[ 11 ] Voorbeelden van stempelplannen zijn de Bijlmermeer, bepaalde delen van Amsterdam Nieuw-West, de wijk Pendrecht in Rotterdam.

  • In het oostelijk deel heeft het plan juist elementen van een typisch tuindorp (open bouwblokken met eigen tuin en ingang), in bewuste aansluiting bij de aan gene zijde van de Meeuwenlaan gelegen Vogelbuurt (een tuindorp gebouwd in de jaren 1910-1923). Deze elementen zijn echter door OMA in een nieuw verband geplaatst. De totale compositie van het plandeel is daardoor vrijer van opzet dan bij het typische tuindorp het geval is. [ 12 ]
Het oostelijk deel van het IJplein verschilt in ieder geval van typische tuinsteden in de ligging van het (driehoekige) pleintje in dit deel: “Hoewel mathematisch centraal gesitueerd, neemt het plein geen centrale plaats in [zoals wel altijd het geval is bij pleinen in de typische tuinstad], noch ruimtelijk, noch functioneel. Het is een later toegevoegd element, een ruimte als een incident op de route door het plan. Het is een schakel in de keten van voorzieningen.” (Leupen 1989:35)
[ 12 ]

  • Het ontwerp van het IJplein is een geraffineerd samenspel van contrast en vervlechting. Contrast treft men aan in de verkaveling tussen het oostelijk en het westelijk deel: het tuindorp versus de Stadt ohne Höfe (de straatjes versus blokken in een gezoneerd groen veld), een contrast dat nog wordt geaccentueerd door verschil in gevelmateriaal (baksteen versus gekleurd stucwerk). Tegelijkertijd is sprake van vervlechting: elementen van west zijn in oost ingebracht, zoals het kleurige bouwblok op het driehoekige pleintje in het oostelijk deel, de school en Oost III (het door OMA zelf ontworpen bouwblok). Ook andersom: in het westelijk deel zijn groene gedeeltes opgenomen, als referentie aan het typische Nederlandse polderlandschap. Vermeldenswaard is overigens de zeer elegante oplossing die men heeft gevonden voor het niet bebouwbare IJtunneltracé: binnen het plan als geheel heeft deze open ruimte op schijnbaar vanzelfsprekende wijze de vorm aangenomen van een (verhard) plein met bomen, gazon met speeltuin en nutstuintjes. De samenhang in het plan wordt nog extra versterkt door de manier waarop de voorzieningen strategisch door de wijk zijn vervlochten: door de plaatsing van Buurthuis, supermarkt, jongerencentrum, school en cafe is het plan opgespannen tussen ontmoetingscentra.


  • De verbindende as tussen het oostelijk en het westelijk deel van het IJplein is een voet- annex fietspad, met de functie van ‘cinematografische’ route door de wijk. Voor het eerst wordt hier verwerkelijkt het theoretische uitgangspunt van Rem Koolhaas dat een stad weliswaar een statisch gegeven is, maar dynamisch wordt gemaakt door zijn gebruikers. Zij bewegen er immers doorheen, als door de scènes van een film of door de coulissen van een theater. [ 13 ] De taak van de stedenbouwkundige is dan ook niet alleen het ontwerpen van een goede stedenbouwkundige structuur, maar ook om een compositie van activiteiten te maken waaraan gebruikers behoefte (kunnen) hebben en die een wijk zijn stedelijke karakter geven. Het IJplein is het eerste uitgevoerde ontwerp waarin Koolhaas heeft geprobeerd concreet gestalte te geven aan zijn theoretische notie van culture of congestion, zoals uiteengezet in zijn zeer invloedrijke boek Delirious New York uit 1978. Een dergelijke zorgvuldige compositie van activiteiten in een stedenbouwkundig plan was in Nederland destijds nieuw. De inspiratie hiervoor vond Koolhaas bij tijdgenoten als E. Aillaud en diens Parijse wijk Pantin. [ 14 ]
    Aldus bereikt Koolhaas in het IJplein een synthese van Amerikaanse en Europese invloeden.
Met name het westelijke gedeelte van het IJplein - dat onderdeel is van het projectgebied voor aanstaande stadsontwikkeling - is in dit opzicht zeer geslaagd: hierin zijn de voorzieningen: “conform de montagegedachte opeenvolgend in stroken tussen de urban villa’s opgezet: banen voor spelen, met water, tuinieren, sporten, zitten en mijmeren, verharding voor verkeer en parkeren, gras en bomen. Het ruimtelijke effect van deze opzet in opeenvolgende stroken is dat er een interessant spel van lagen (coulissen) achter elkaar zichtbaar wordt als je je door de wijk beweegt; er zijn steeds nieuwe doorkijkjes tussen gebouwen, kunstwerken, planten, bomen en straat/speelmeubilair. De mensen die daar doorheen bewegen voegen hun eigen dynamiek toe. En over de lange lijnen speelt op de achtergrond het continu wisselende beeld van het IJ met schepen en de daarachter gelegen binnenstad een eigen rol. Bovendien is er een afwisseling in de ruimtelijke opzet van de delen die meer dicht beplant zijn met relatief veel bomen, en die daardoor intiemer en lommerrijker overkomen, kleinschalig opgezette stukken zoals de vijvers met waterleliën die ronduit schilderachtig zijn, en delen die juist heel open zijn en van noord naar zuid stoere zichtlijnen naar het weidse IJ mogelijk maken. […] Zowel de open zichtlijnen als de verschillende soorten van afwisseling en filtering dragen in belangrijke mate bij aan de ruimtelijke werking van de hele wijk. De kijkrichting dwars op of juist in het verlengde van de coulissen levert ook een ander beeldkarakter op. De eerste met de opeenvolgende lagen van de buurt zelf als ingrediënten en de laatste met het IJ en de ruime zichtlijnen naar de binnenstad als dominante elementen. Langs het IJ zorgen de koppen van de blokken op hun beurt voor ritme en maat - om het beeld te begeleiden.” (Aardse 2018:25)
[ 13 ]








[ 14 ] Zie Aardse 2018:20.


  • In het hele ontwerp voor het IJplein is als vernieuwende methodiek voor het bepalen van een stedenbouwkundig plan stelselmatig het principe van de zogenoemde zoning envelope toegepast: de bouwenvelop, ofte wel het maximale volume waarin een te ontwerpen gebouw moet passen. Koolhaas bepaalde, als conditionerend architect, de zoning envelopes voor het hele IJplein, welke vervolgens werden ‘ingevuld’ door verschillende architectenbureaus. Overigens heeft Koolhaas met OMA zelf de ontwerpen voor zijn rekening genomen van (de eerste fase van) de IJpleinschool [ 15 ]
    en het pand dat in de plannen wordt aangeduid als Oost III. [ 16 ]
    Het idee voor het toepassen van de zoning envelope deed Koolhaas op in zijn periode in New York: ook Manhattan is ruimtelijk gereguleerd volgens dit principe. Het IJplein is, op grond van de consequente toepassing van de zoning envelope, te beschouwen als een stedenbouwkundige link tussen New York en Amsterdam. Anderzijds is er de Amsterdamse connectie tussen het IJplein en Plan Zuid van Berlage, waarin deze laatste in een vroeg stadium van de Nederlandse woningbouw al eens met de bouwenvelop of wel plan mass experimenteerde. Het principe van de zoning envelope is in het geval van het IJplein dus enerzijds Amerikaans van inspiratie, maar Nederlands - om niet te zeggen, Amsterdams - in uitvoering: geen hoogbouw (zoals de wolkenkrabbers van Manhattan), maar de menselijke maat van hooguit vijf woonlagen, vergelijkbaar met Plan Zuid. In Nederland markeert het gebruik van de zoning envelope in het ontwerp voor het IJplein hoe dan ook een breuk met de stempelplannen en alle voorgaande etageportiekplannen, bij welke het bouwvolume en de woningplattegrond tegelijkertijd onwrikbaar in één ontwerp werden vastgelegd. Op het IJplein genoten de respectieve architectenbureaus, binnen de grenzen van de zoning envelopes, een zekere mate van vrijheid van ontwerp.
[ 15 ] De tweede fase is van Kingma Roorda architecten uit Rotterdam (oud-medewerkers van OMA).
[ 16 ] Het IJplein telt in totaal acht deelplannen voor woningbouw: 1. West A (urban villa's van Hein van Meer); 2. West B (de lange blokken van Architectengroep 69); 3. Oost De Punt (van Sier van Rhijn); 4. Oost Ia (de kam van De kat en Peek) 5. Oost Ib (laatste drie stroken aan het water van bureau Peters en Bogaerts); 6. Oost II (straatjes langs de Meeuwenlaan van bureau CASA); 7. Oost III (twee blokken met supermarkt en buurthuis van OMA); 8. Oost IV (dwars blokje op het pleintje van CASA). Overigens verdient het vermelding dat in de waarderingskaarten van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) het pand Oost III (van OMA) de hoogste waardering wordt toegekend, terwijl in het westelijk deel de urban villa’s het op één na hoogste waarderingsniveau krijgen en de strokenflats het niveau daaronder.

  • De ontwerpmethodiek van de planmontage (waarbij een dertigtal voorbeeldplannen uit de architectuur- en stedenbouwgeschiedenis gebruikt werd als testmateriaal om de mogelijkheden van het plangebied te onderzoeken) is ontwikkeld bij het ontwerpen van het IJplein. Het planmontage-materiaal speelde tevens een belangrijke rol in het inspraakproces (zoals hierboven beschreven, bij de ontstaansgeschiedenis van het IJplein). [ 17 ]
Zie ook Schrijver 2015: “Nog een kenmerk van de ongebruikelijke aanpak wordt vaak over het hoofd gezien: als ontwerpprincipe is het werken met scenario’s gebaseerd op het genereren van zoveel mogelijk werkelijkheden om hun effecten te begrijpen. De scenario’s dienen om een nog ongebouwde toekomst te analyseren. Het denken in scenario’s geeft daarmee concrete, onderscheidende voorstellen en randvoorwaarden die de effecten van ontwerpbeslissingen tonen.”
[ 17 ]

  • De ingezette compositorische middelen hebben geleid tot een transparant ontwerp, overeenkomstig de eis van de bewoners van de Vogelbuurt: de zichtlijnen naar het IJ zelf en naar de landmarks aan de centrumzijde van het IJ zijn een cruciaal aspect van OMA’s ontwerp voor het IJplein (zie ook voetnoot 13). Bovendien is de wijk zo aangelegd dat zoveel mogelijk bewoners vanuit enig punt in hun woning (of vanaf hun balkon) vrij zicht zouden hebben richting het IJ en het stadscentrum. De combinatie van enerzijds dit democratische idee en anderzijds de nadruk op individualisme (iedere bewoner heeft recht op zijn eigen individuele uitzicht) is typerend voor de stedenbouwkundige denkwijze van de jaren tachtig.

  • De architectuur van het IJplein kenmerkt zich door variaties op sculpturale abstracte blokken: ze is modernistisch van inspiratie en daardoor te typeren als neo-modernistisch. Met zijn keuze voor kleurgebruik in de architectuur van met name het westelijke deel plaatste Koolhaas het IJplein in de modernistische traditie à la Le Corbusier, die kleur toepaste in zijn Unité d’habitation, o.a. in Marseille (in Amsterdam zag men modernistisch kleurgebruik enkel eerder in een aantal flats uit de jaren vijftig van de hand van A. Warners in Nieuw-West en Zuid). Bijzonder op het IJplein is bovendien dat de kleurstelling van de architectuur - met name het stucwerk van de bebouwing in het westelijk deel - een bijzondere wisselwerking aangaat met het omliggende groen en bomen. De beplantingskeuze was namelijk opgenomen in OMA’s stedenbouwkundige totaalplan voor de wijk. Dit concept is aan de westzijde bijzonder geslaagd in de interactie tussen het kleurgebruik van de urban villa’s en het daartussen aangelegde groen: “De urban villa’s kunnen gezien worden als doorgesneden en uit elkaar geschoven stroken. Steeds vormt een set van drie urban villa’s zo’n doorgesneden strook waarvan de tegenover elkaar liggende gevels eenzelfde kleur hebben en als het ware een kamer met specifieke beplanting vormen. De buitenwanden van de set (of strook) als geheel zijn wit.” [ 18 ]
    De afstemming van kleurgebruik in de bebouwing met de groenschakeringen van de beplanting tonen - samen met bovengenoemde vervlechting en contrastering van elementen en Koolhaas’ eigen keuze voor de kunstwerken in de openbare ruimte [ 19 ]
    - de voor die tijd unieke opzet van het IJplein als stedenbouwkundig en architectonisch Gesamtkunstwerk.
[ 18 ] Aardse 2018:32.


[ 19 ] De Muur van Alfred Eikelenboom en De Windzakken van Ditte Brouwers (inmiddels niet meer aanwezig). Koolhaas koos niet alleen voor kunstenaar Alfred Eikelenboom, maar bepaalde ook de plaats van diens kunstwerk, op een punt vanwaar de hele wijk kan worden overzien, inclusief een voorname zichtlijn richting de zuid-oever.

  • Kenmerkend op gebouwniveau is het inzetten van de verschillende (programmatisch vereiste) woningtypen als middel om de compositie van het woongebouw te bepalen. Het duidelijkst is deze zogenaamde combinatoriek te zien bij het blok Oost III van OMA. De lengte van het blok wordt gebroken door de opdeling in drie ontsluitingstypen: galerij, portiek en diagonale trappen. In de doorsnede van het blok wordt het verschil gemaakt door de doorlopende galerij op de bovenste verdieping waaraan kleinere woningen (doorgaans voor ouderen vanwege de aanwezige lift) gelegen zijn. De diagonale portieken hebben geleid tot een interessante stapeling van woningen, ieder met een zeer transparante woningindeling. [ 20 ]
    Heldere en goed geproportioneerde plattegronden treffen we ook elders op het IJplein aan, zoals in de urban villa’s en de strokenflats op IJplein-West en in het oostelijk deel in het gebouw van de architecten De Kat en Peek. Deze architectuur op het IJplein is één van de eerste voorbeelden van combinatoriek van woningtypes om tot de compositie van het woongebouw te komen. Als ontwerpmethodiek heeft zij veel navolging gehad. [ 21 ]

[ 20 ] “Het blok [Oost III] heeft een reeks verschillende toegangen en een complexe circulatie, waardoor het wordt gekenmerkt door een diversiteit en ruimtelijke complexiteit die ongewoon zijn in sociale woningbouw” (Schrijver 2015).



[ 21 ] Bernard Leupen, mondelinge communicatie.



Conclusie en oproep

Dat het IJplein niet ‘zomaar een wijkje’ is bewijst een blik op de (niet eens volledige) bibliografie die wij bij dit stuk voegen: tot op de dag van vandaag is de wijk onderwerp van journalistieke aandacht, wetenschappelijke analyse en sociaaleconomische discussie (‘van wie is de stad?’).


Op het IJplein is bovendien een intensieve renovatie gaande: de betreffende Vve’s en woningcorporatie Eigen Haard laten momenteel voor een totale investering van bijna twee miljoen euro de gevels van de urban villa’s in oude luister (en oorspronkelijke kleurstelling) herstellen. Gevelrenovatie en kleurherstel (door Eigen Haard) ligt tevens in het verschiet voor de lange blokken op IJplein-west.


Het IJplein is, kortom, een wonderlijk en uniek ontwerp dat niet slechts in aanmerking komt voor de status van beschermd stadsgezicht op grond van de daarvoor door de gemeente Amsterdam opgestelde criteria, maar dat deze status ook zonder meer verdient: als laatste project voor 100% sociale woningbouw, als ‘testament’ van het Amsterdamse fenomeen Jan Schaefer, als onderwerp van universitair bouwkundig onderwijs en nauwelijks te overschatten invloed op de methodiek van stedenbouw en woningbouwarchitectuur in den lande, als innovatief Gesamtkunstwerk en – niet in de laatste plaats – als eerste bouwsteen in het inmiddels omvangrijke wereldwijde oeuvre van baanbrekend architect Rem Koolhaas en zijn Office for Metropolitan Architecture.


Wij richten ons nu tot u, College van Burgemeester en Wethouders, met een dringende oproep. Stadsvernieuwing in het kader van de projectnota Sixhaven e.o. is aanstaande en de bedreigingen die deze met zich meebrengt voor het unieke karakter van het IJplein zijn reëel: neem uw verantwoordelijkheid in het behoud van de deze unieke wijk voor Amsterdam, inclusief het weidse uitzicht over het IJ waarvoor de wijk is ontworpen, en verleen het IJplein zo snel mogelijk de status van beschermd stadsgezicht: het is urgent en het is nodig.




Urban Villa’s | Bernard Leupen



Literatuurlijst

Overige Bronnen


Appendix 1: Criteria en Argumenten


Hieronder geven wij een overzicht (ontleend aan Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, decentrale regelgeving, zie literatuurlijst) van de criteria op basis waarvan het IJplein in aanmerking komt voor de status van beschermd stadsgezicht. Onderbouwing hiervoor is terug te vinden in het bovenstaande schrijven.

  1. stedenbouwkundige waarde
    1. het terrein is een essentieel onderdeel van een in cultuurhistorisch opzicht belangrijk stedenbouwkundig concept;
    2. het terrein is onderdeel van een historisch gegroeid stedelijk gebied en speelt daarin een beeldbepalende rol;
    3. het terrein is van belang vanwege de wijze van verkaveling, inrichting en voorzieningen;
    4. het terrein heeft een bijzondere betekenis voor het aanzien van het betreffende deel van de stad;
    5. het terrein is van belang vanwege de bijzondere kwaliteit van de bebouwing en ruimtelijke relatie met de groenvoorzieningen, wegen, en wateren, i.c. het IJ.

  2. cultuurhistorische waarde
    1. het terrein is van belang als bijzondere uitdrukking van een culturele en sociaaleconomische ontwikkeling;
    2. het terrein is van belang als bijzondere uitdrukking van een bestuurlijke ontwikkeling;
    3. het terrein is van belang vanwege een plaatselijk historisch gegeven.

  3. architectonische waarde
    1. het terrein is een goed voorbeeld van een bepaalde stijl of bouwtrant (neo-modernisme);
    2. het terrein is een voorbeeld van een functionele en/of typologische ontwikkeling.
    3. het terrein bezit bijzondere bouwhistorische en esthetische kwaliteiten (massa, ruimtelijke indeling, materiaal en kleurgebruik);
    4. de bebouwing op het terrein heeft een bijzonder of zeldzaam interieur;
    5. het terrein is een goed voorbeeld van het werk van een architect en neemt een belangrijke plaats in in zijn oeuvre en daarmee in de plaatselijke en landelijke architectuurgeschiedenis);
    6. het terrein is van belang vanwege een constructiewijze die vernieuwend is voor de tijd van ontstaan (pioniersfunctie): in het geval van het IJplein is het niet zozeer constructiewijze, maar ontwerpprocedé vernieuwend: planmontage en zoning envelopes.

  4. zeldzaamheid
    1. het terrein is van belang vanwege zijn zeldzaamheid in stedenbouwkundig, architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch en functioneel opzicht;
    2. het terrein is van uitzonderlijk belang vanwege kwaliteiten die zijn genoemd bij nr. 1-3 resp. 5 hieronder.

  5. gaafheid of herkenbaarheid
    1. het terrein is van belang vanwege de gaafheid van het exterieur en interieur;
    2. het terrein is van belang als onderdeel van een complex waarvan de samenstellende delen een gaaf en herkenbaar visueel karakter hebben;
    3. het terrein is van belang als onderdeel van een stedelijke omgeving met een gave structuur en een herkenbaar visueel karakter.

Appendix 2: Kaart







kaart van het ijplein
Kaart van het IJplein: het tot beschermd stadsgezicht aan te wijzen gebied.




IJplein, gemeente Amsterdam, onderdeel van Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van de gemeente Amsterdam


Appendix 3: Steun voor deze aanvraag

    Wetenschappers en publicist:
  1. Bernard Leupen (voormalig universitair hoofddocent, bouwkunde TU Delft)
  2. Lara Schrijver, (hoogleraar architectuur, Antwerpen) [ 22 ]
  3. Dirk van den Heuvel, (universitair hoofddocent, bouwkunde Delft)
  4. Wijnand Looise (op persoonlijke titel, publicist)
  5. Architecten:
  6. Kees Christiaanse (architect, oud-partner OMA) [ 23 ]
  7. Ruurd Roorda (architect, oud-medewerker OMA)
  8. Paul de Vroom (architect, oud-medewerker OMA)
  9. Herman de Kovel (architect, oud-medewerker OMA)
  10. Klaas Kingsma (architect, oud-medewerker OMA)
  11. Koen Crabbendam (architect, CASA, Oost II en Oost IV)
  12. Robert Lijbers, (architect, oud-medewerker CASA, Oost II en Oost IV)
  13. Ramon Pater (architect, Archivolt, beheert het intellectueel erfgoed van Hein van Meer, urban villa’s)
  14. Ard Hoksbergen (architect, oud-bewoner urban villa)
  15. Overige partijen:
  16. Remy Vlek (filmmaker van de film Van wie is het IJ?)
  17. Bart Stuart (ANGSAW, bewonersvereniging Amsterdam Noord, Groene Stad aan het Water. ANGSAW zet zich in voor behoud en versterking van het unieke leefklimaat van Noord)




[ 22 ] Toelichting Lara Schrijver: “Jonge projecten met een architectuurhistorische of stedenbouwkundige betekenis zoals IJ-plein zijn vaak kwetsbaar, omdat er nog onvoldoende tijd is verstreken om de historische waarde te bepalen. Ik steun dan ook de vraag naar een zorgvuldige omgang met dit gebied, in het licht van de unieke stedenbouwkundige kenmerken en de positie van het project binnen het oeuvre van OMA.”  

[ 23 ] Nuanceringen van Kees Christiaanse: “- de (zogenaamde tijdelijke) school in de groenstrook moet daar weg. Daar moeten een goed ontwerp en een goede plek voor komen. - de meest Z-O gelegen baksteengebouwen ten Zuiden van de OMA-blokken kunne vervangen worden door nieuwbouw, mogelijk met een hoogteaccent als markering naar het Hamerstraatgebied. - de openbare ruimte materialisering moet worden opgewaardeerd. Het parkeren kan worden herzien. - het schuine blokje op het Driehoekplein kan vervangen worden door iets luchtigers.”